Leren in een levend systeem (deel 1)

Deze blogserie sluit aan bij mijn nieuwste boek Leren in een levend systeem. Ik besteed aandacht aan het verschil tussen leren in een machinesysteem en in een levend systeem. Wat betekent dit voor de inrichting van ons leven, werk en de organisaties of systemen die daarbij horen?

Charlie Chaplin maakte in 1936 de film Modern Times. Hierin stelt hij op een geweldige manier de gevolgen van de industriële revolutie voor de ontwikkeling van de mens en de menselijkheid ter discussie. Sindsdien heeft er technologisch een enorme ontwikkeling plaatsgevonden. Wat is de impact daarvan op de sociale, economische en ecologische ontwikkelingen? Wat leren we van wat er de afgelopen 200 jaar is veranderd? En wat leren we van de kritische geluiden die steeds weer te horen en te zien zijn?

Iedereen weet wat leren inhoudt, we hebben allemaal op school gezeten. Maar wat betekent leren voor jou en hoe bewust zet jij stappen in je leerproces? Als ik leerlingen in het VO spreek vertellen ze hoe erg het is om op school te moeten zijn. Maar zodra we aan de slag gaan met een complex vraagstuk waarbij ze dienstbaar kunnen zijn, zie je ze opbloeien. Ze vinden hun energie terug en voelen vooral erkenning en betekenis. Er is blijkbaar een grote kloof tussen de beleving van het formele en het informele leren.

Herhalen en vernieuwen

Leren in een levend systeem gaat ervan uit dat elk levend systeem leert om te overleven en in het proces van overleven de wereld creëert. Elke gezonde cel in een levend systeem reproduceert zichzelf, het maakt een kopie van de vorige keer. Zo vergroot het de kans op overleven in de bestaande situatie en wordt het systeem steeds beter in het zichzelf herhalen en reproduceren.

Maar de wereld verandert. Daarom is het niet voldoende om jezelf te reproduceren. Een cel heeft ook de mogelijkheid om via de celwand – die half doorlaatbaar is – informatie van buiten te verwerken en verinnerlijken. In dat proces recreëert de cel zichzelf en creëert het daarmee tegelijkertijd de wereld. Een levend systeem kan zo overleven door zichzelf te herhalen én vernieuwen. Beide zijn noodzakelijk. Maar hoe langer het levend systeem zichzelf herhaalt, hoe moeilijker het wordt om zichzelf te vernieuwen.

De principes van machinedenken

De industriële revolutie heeft in veel opzichten voor veranderingen gezorgd. Het is een van de meest gekopieerde innovaties van de afgelopen tweehonderd jaar. Net als deze revolutie is het onderwijs ook gebaseerd op de principes van het machinedenken:

  • Fragmentering: Elk onderdeel wordt geoptimaliseerd om het geheel optimaal te laten ontwikkelen. Door één onderdeel te verbeteren, functioneert het geheel beter.
  • Uniformiteit: Een lopende band functioneert optimaal als er uniforme materialen worden gebruikt. Alle flessen moeten identiek zijn om het vullen en verpakken ervan optimaal te laten verlopen.
  • Productiviteit: het doel van machinedenken is optimale productie.

Een levend systeem is juist gebaseerd op de volgende principes:

  • Onderlinge samenhang: Alles hangt met elkaar samen. Ontwikkeling vindt plaats in elk onderdeel en in de samenhang van de onderdelen als geheel.
  • Diversiteit: Hoe meer diversiteit, hoe meer stabiliteit in het geheel. Ontwikkeling komt voort uit de samenhang van de diversiteit van de onderdelen.
  • Zelforganisatie: Elk levend systeem organiseert zichzelf om te overleven in een veranderende wereld.

Aanvankelijk bereidde ons onderwijs de kinderen voor op het werken in een fabriek of aan een lopende band. De wereld is intussen veranderd en daarmee ook het doel van het onderwijs. Dat is er nu op gericht dat jongeren een bijdrage aan de gemeenschap gaan leveren en een betekenisvolle plek in de maatschappij vinden. Het is echter niet mogelijk om jongeren voor te bereiden op een plek in de maatschappij wanneer je gebruik maakt van de principes van het machinedenken.

De Staat van het Onderwijs

Elk jaar analyseert de Inspectie van het Onderwijs de ontwikkelingen in het onderwijs. De uitkomsten zijn vastgelegd in De Staat van het Onderwijs. De afgelopen vijftien jaar is er een geleidelijke daling van de kwaliteit ten opzichte van andere landen geconstateerd. Elk jaar weer worden er plannen gemaakt om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Maar het tij is nog niet gekeerd. Wat nemen we waar en wat betekent het? Blijkbaar is er iets anders nodig…

In 2021 constateerde de inspecteur-generaal van het onderwijs dat de achteruitgang het best kon worden aangepakt als een ‘renovatie’. De komende tien jaar moeten lezen, taal en rekenen gerenoveerd worden, met de nuancering dat er niets nieuws bedacht moet worden. Doen wat werkt, en geen vernieuwing.

De achterliggende reden is dat vernieuwingen van de afgelopen jaren juist voor meer achteruitgang hebben gezorgd. De inspectie heeft de benadering van een gecompliceerd probleem gebruikt: ze lossen het probleem op vanuit een bepaalde benadering die door iemand geadviseerd kan worden en waarbij een standaard aanpak geldt. Alleen is de ogenschijnlijke achteruitgang van het onderwijs ten aanzien van lezen, taal en rekenen het gevolg van een complexe situatie die juist om een andere aanpak vraagt.

Het advies van de Inspectie komt voort uit machinedenken. En dat past niet bij een complex vraagstuk van een levend systeem. De aanpak die in het verleden goed heeft gewerkt, werkt niet meer in de veranderende wereld van nu.

Valkuilen van verbeteren

Polarisatie vergroten is niet nodig en onwenselijk. Wat we geleerd hebben in het verleden over wat het beste werkt, is een rijkdom die niet ontkend mag worden. De waarde van vernieuwen verdient datzelfde vertrouwen. Ontwikkelingen in een levend systeem zijn mogelijk door het bestaande te verbeteren en door te vernieuwen op basis van veranderende omstandigheden.

Kijk om je heen en verbeter als jouw wereld niet is veranderd. Maar let op: hoe langer je doorgaat met verbeteren en wacht met vernieuwen als de veranderende omgeving dat van je vraagt, des te moeilijker het wordt om de benodigde vaardigheden, kennis en inzichten te ontwikkelen. De meeste ruimte om te leren werken aan vernieuwing, vind je tijdens rustige periodes wanneer er weinig eisen aan verandering en vernieuwing worden gesteld. Maar die tijd is voorbij.

Vernieuwende bedrijven en organisaties laten zien dat het toch kan. Buurtzorg is zo’n bedrijf. Zelfsturende teams zorgen er voor betaalbare én hoge kwaliteit van zorg. Andere organisaties vinden de bezuinigingen op leiderschap interessant. Ze kopiëren de structuren, organiseren zelfsturende teams, maar falen pijnlijk. Hun conclusie is dan dat zelfsturende teams niet werken. Dat vernieuwing niet werkt. Een dramatische conclusie die meer zegt over hoe innovaties plaatsvinden, dan de potentiële waarde van zelfsturende teams.

Balans tussen verbeteren en vernieuwen

Hoe bereiden we jongeren voor op de vraag van echt vernieuwende organisaties? Hoe kunnen zij als de medewerker van de toekomst bijdragen aan hoogwaardige kwalitatieve innovatieprocessen? Als je tijdens je hele schoolperiode leert te verbeteren in plaats van te vernieuwen, dan is de kans groot dat je als medewerker van de toekomst niet verder komt dan het verbeteren van bestaande situatie.

Jos de Blok van Buurtzorg is in 2007 met één team gestart en werkt er nu met duizend. Alle teamleden moesten leren werken als een zelfsturend team. Toch willen ze niet meer terug naar het oude systeem. De overheid eist dat ze met bestaande protocollen werken en tijdschrijven. Maar die bestaande structuren zorgen dat het vernieuwende systeem terugvalt in oud gedrag.

In zijn presentaties vertelt Jos altijd dat het zijn belangrijkste taak is om de teams te beschermen tegen de druk van de overheid om te voldoen aan alle regels en protocollen van bestaande structuren. De kern? Balans vinden tussen verbeteren en vernieuwen. Die balans is een belangrijke opdracht van elk mens, elk team en elk systeem in een sterk veranderende wereld.

Over deze blogserie

Dit artikel is de eerste in een serie van acht blogs. Hierin besteed ik aandacht aan de hoofdzaken van mijn nieuwste boek Leren in een levend systeem – Vijf architecturen voor de school van de toekomst. Deze architecturen geven inhoud en richting aan het ontwerp van de school van de toekomst.

  1. Leren in een levend systeem
  2. De architectuur van de ruimte
  3. Architectuur van het leerproces
  4. Architectuur van het curriculum
  5. Architectuur van het leiderschap
  6. Architectuur van de gemeenschap
  7. Samenhang van de architecturen
  8. Werken aan complexe vraagstukken

In het voorwoord van mijn nieuwe boek schrijft leider en auteur Margaret Wheatley: “This is a guide, a manual, a provocation and an inspiration for teaching, nourishing and guiding our children to walk into this uncertain future confident they can find meaning and contribution.”

Dit is precies wat ik beoog met het boek. Laat het een gids, een handleiding en een inspiratie voor je zijn, maar vooral ook een provocatie om je zekerheden ter discussie te stellen. Zo creëer jij de basis voor vernieuwing. Weet dat ik hetzelfde proces heb doorgemaakt om het te kunnen schrijven. Ik hoor graag wat deze blogs bij jou losmaken. Mail mij gerust.